Heb een lijstje gevonden van misverstanden dacht dat het misschien wel interessant was om ze vrij te vertellen en hier te plaatsen.
(houd te minste mijn gedachten even bezig

)
1. "Lange lenzen komen met kleine scherptediepte"Of een telelens minder scherptediepte (
Depth of Field - DOF) heeft dan een groothoekobjectief is afhankelijk van de omstandigheden waaronder vergeleken wordt. Echter, het is een veelgemaakte fout om de diepte van het veld te beoordelen door de mate van onscherpte van de achtergrond. De definitie van DOF maakt duidelijk dat je alleen naar de delen die scherp zijn moet kijken en niet naar de onscherpte.
2. "DOF is aan de achterkant van het onderwerp twee keer zo groot als aan de voorkant"Dit is gewoon een domme uitspraak. Bij Macro is de distributie van de scherpte 1:1, bij portretten komt het ook nog steeds in de buurt van 1:1 en als je bij een landschap gebruikt maakt van hyperfocale focus is de verhouding 1:oneindig. Daar tussen zal inderdaad 1:2 voorkomen maar je zal moeten zoeken.
3. "De scherptediepte hangt alleen af van de vergroting en het diafragmagetal"Voor een bepaald scherptecriterium (
Circle of Confusion - COC), is de scherptediepte in het algemeen afhankelijk van de brandpuntsafstand, het diafragmagetal en de focusafstand (afstand tot het onderwerp). De titel is een zeer goede benadering onder bepaalde omstandigheden, maar het is geen universele waarheid.
Vergelijkt men de scherptediepte van een telelens met die van een groothoeklens bij hetzelfde diafragmagetal en dezelfde focusafstand dan heeft de groothoeklens duidelijk de grootste scherptediepte. Vergelijkt men de scherptediepte bij hetzelfde diafragmagetal en
dezelfde vergroting (dus dezelfde beelduitsnede) dan is het verschil gewoonlijk niet echt groot. Het verschil verdwijnt zelfs bij vergrotingen rond 1:1, dus in het macrogebied.
Zie ook
Wikipedia - scherptediepte. De formules daar zijn niet geheel correct maar wel bruikbaar.
Als we ons verder gaan verdiepen en ook naar asymmetrische lenzen gaan kijken en daarmee de pupilvergrotings-ratio meenemen in de berekeningen dan wordt het nog ingewikkelder.
Pupilvergrotings-ratio (P in de DOF berekening) is de verhouding van de diameter van de stralenbundel bij het achterste element gedeeld door die bij het voorste element. Bij symmetrische lenzen is deze waarden 1, telelenzen hebben gewoonlijk een waarde kleiner dan 1 en retrofocus groothoeklenzen een waarde groter dan 1. Een kleinere pupilvergrotings-ratio zorgt bij afbeelding van een punt van het onderwerp voor een kleinere onscherptecirkel (COC). Dat betekent dat de pupilvergrotings-ratio de scherptediepte bij telelenzen vergroot en bij groothoeklenzen verkleint. Normaal heeft deze ratio niet veel effect alleen als je bij een vergroting boven de 0.1 uitkomt.
Zie vooral
http://toothwalker.org/optics/dof.html.
4. "Telelenzen hebben een platte perspectief en groothoeklenzen een steile perspectief"Een lens biedt geen perspectief. Het perspectief wordt uitsluitend bepaald door het standpunt aangenomen door de fotograaf, niet door de lenskeuze.
5. "Groothoeklenzen zorgen voor convergerende verticalen"Convergerende verticalen treden alleen op wanneer de camera naar boven (of naar beneden) wordt gekanteld. In de praktijk, wanneer een fotograaf een groothoeklens gebruikt en zichzelf relatief dichtbij het gebouw opstelt zal de camera meer naar boven kantelen dan wanneer hetzelfde gebouw van een grotere afstand met een normale of telelens wordt genomen. In alle gevallen is de convergentie niet te wijten aan de lens, maar aan de hoek van het omhoog kantelen.
6. "Wanneer een lens op een camera met een kleinere sensor wordt gebruikt zal de brandpuntsafstand toenemen"Met de komst van DSLR die APS-C sensor gebruiken is dit zo'n beetje het standaard zinnetje geworden. Hoe dan ook, de brandpuntsafstand van een lens is inherent aan de lens en is in alle opzichten onafhankelijk van de grote van de film of sensor.
Het enige dat verandert is de beeldhoek. Zie ook
Brandpuntsafstand_en_cropfactor.pdf.
7. "Een hoogwaardige UV-filter zal nooit de beeldkwaliteit verminderen"Onder normale omstandigheden is een UV (of andere) filter veilig in gebruik, zonder waarneembare beelddegradatie, maar dat neemt niet weg dat het filter twee oppervlaktes toevoegt. Het maakt niet uit hoe klein de reflecties zijn, ze zijn niet nul en een
flare kan verschijnen wanneer het contrast in de gefotografeerde scène hoog genoeg is. Door het platte oppervlakte van de filter zal de flare zichzelf tonen als een spookbeeld (
ghosting) van hooglichten zoals de zon of straatverlichting bij nachtfotografie.
8. "Wanneer een lens wordt gebruikt bij een klein diafragma, wordt slechts een klein deel van de voorste lens gebruikt"Het klinkt logisch, bij een groot diafragma heb je een grote opening en als je de opening kleiner kiest bijvoorbeeld halfveert wordt er maar de helft van het beeld gebruikt dus ook maar de helft van de lens. Echter dit is alleen waar precies in het midden van het beeld, om de hele film/sensor te belichten wordt nog steeds een groot deel van de lens gebruikt. Alleen worden de marges die nodig zijn bij de grootste diafragmaopening niet meer gebruikt.
9. "Bokeh kan aanzienlijk worden verbeterd met meer of ronde diafragmabladen"Dit is best een groot stuk om goed uit te leggen dus iets voor later.
In het kort worden de esthetische eigenschappen van de onscherpte (
Bokeh) hoofdzakelijk bepaald door de lichtdistributie in de
airy schijf (COC) en die wordt bepaald door de optische elementen en niet door het diafragma. De optiek bepaalt of je
nisen-bokeh krijgt of dat boterzachte bokeh en er bestaat niet zoiets als goede of slechte bokeh dus wat valt er te verbeteren?
Edits:
23-1-2011 - André Kok - algemene verbeteringen + grote verbeteringen/toevoegingen 3. & 6.