Bedankt voor jullie input, ik neem het in ieder geval mee in de overwegingen welke lenzen meegaan in de tas ;-)
De opmerking van Carel kon ik nog prachtig pareren door te zeggen dat de 50-135 dan nagenoeg het hèle spectrum van portretfotografie dekt (crop 1.5 maakt 75-202.5.)
De opmerking van Ruurd is dan weer geen speld tussen te krijgen......!
Thanks!
Bert
Nee. die speld is te prikkelend en het is maar zeer de vraag, of jij dan
het territorium binnen mag komen... 
Je moet het als volgt zien, Bert:
Iedere mens heeft een ruimte om zich heen, waarbinnen hij/zij zich veilig voelt. Het territorium. Voor de meeste mensen geldt dat héél onbewust, bij honden is het heel zichtbaar.
Kom jij in "kontakt"met iemand, die jij nog niet kent, dan maak jij onwillekeurig de afstand tot die persoon groter als jouw gevoel zegt, dat hij/zij zich opdringt: Jij zult achteruit gaan.
Dat duurt net zoalng, tot er een acceptatie is.
Daarna zijn er 2 mogelijkheden: Je wordt toegelaten of je wordt niet toegelaten.
Word je toegelaten, dan mag je dichterbij komen.
Dán pas mag je dichterbij komenLet daar maar eens op in een willekeurige ruimte.
En als jij iemand gaat fotograferen en een deel van 's persoons integriteit/intimiteit betreedt, treedt er een spanning op.
Weet jij als fotograaf die spanning te doorbreken, dan is het goed en mag jij "binnenkomen".
Dit is, naast het
beheersen van je apparatuur, de belangrijkste taak van de fotograaf.
En op het moment, dat het model m/v ervaart, dat jij je apparatuur beheerst en niet andersom, komt het model tot rust en
mag jij een stapje nader komen. Dat gaat net zolang door, tot je de cirkel doorbreekt.
Als jij dan iemand gaat fotograferen met een groothoekobjectief, dan krijgt de persoon in kwestie een langere neus, puntkin en hamsterwangen, hét kenmerk van groothoek opnames.
Je kunt het vergelijken met het fotograferen met een schip: Daarvan gaat de boeg overhangen.
Daarom heet dit ook het "boeg-effect".
Ga je daarentegen aan de slag met een te lang objectief, dan wordt ten eerste de communicatie lastiger en je hebt geen echte voeling meer met het model m/v, het gevoels-contact hapert.
Ga je dan een stapje naar voren om die voeling weer op te bouwen, dan wordt door de -te- lange brandpuntsafstand de kin in gedrukt, de neus plat en ontstaat er een platte smoel, kortom: het tele-effect.
Beide foto's worden door het model m/v niet op prijs gesteld. Neem dat maar van mij aan.
Als vuistregel kun je aanhouden, dat de portretlens qua brandpuntsafstand begint bij
2x de beeld-diagonaal:
APS-c: 28,5 => 58; Kleinbeeld: 43 => 85mm; 6x6: 79 => 150mm; 6x7: 88 => 180.
Die maten zijn dus niet geheel toevallig, sterker nog: ze zijn geheel niet toevallig.
Hiermee wil ik je ook laten zien, hoe belangrijk het is, om de effecten van je
soorten objectieven te kennen.
En daarbij de tekening van het objectief te doorgronden bij verschillende diafragma-openingen.
En daarom zijn zoom-objectieven ook zo moeilijk te doorgronden.
Succes met je keuze en probeer wat hier verteld heb maar eens uit in de praktijk en je zult heel anders met je lenzen aan de slag gaan.
Groeten,
Ruurd